Posts

het grafboeket

Afbeelding
Met zijn linkerhand nonchalant in zijn broekzak, zijn schouders ontspannen omlaag hangend en een quasi verveelde blik staat hij tegenover mij en wacht, zonder ook maar een greintje angst, het kleine vederlichte balletje af dat vlijmscherp zijn kant op kaatst. Het irriteert me mateloos. Die arrogantie. Opgefokt ram ik het ene na het andere balletje over het net of er dwars doorheen, meestal onnauwkeurig agressief voorbij de achterrand van de tafel. De zelfingenomen grijns op zijn smoel wordt al pedanter. Dit kan ik niet over mijn kant laten gaan. Meneer waant zich koning Pingpong. Ik zal hem krijgen. Ik ga hem alle hoeken van deze tafel laten zien, alle hoeken van de zolder. Ik maak 'm af, hak 'm in mootjes. Ik zal hem tot op het bot vernederen. We zijn inmiddels eenentwintig jaar getrouwd en dat gaat over het algemeen toch best wel goed. Echtgenoot kwam op de juiste dag thuis met een frambozentaart en eenentwintig rose-wit gestreepte kaarsjes die we romantisch samen uitbliezen

lentekriebels

Afbeelding
Lentekriebels. Ik weet er even geen raad mee. Het sast uit de hemel en het is droevig koud.  Mede voor het weer zijn we tien jaar geleden naar het zuiden van Frankrijk verhuisd, met alle toestanden van dien. Vooral in de lente, na de slopende donkere maanden van de winter, ben ik erg aan zonnige warmte toe, maar juist de lente blijkt hier in Occitanië een onbestendig seizoen. Ook dit jaar willen de weersomstandigheden maar moeizaam aan de verwachtingen voldoen. Na drie heerlijke dagen in de tuin, zitten we vandaag weer binnen door het raam naar de kille nattigheid buiten te kijken. Ik ben blij dat ik mijn wollen truien nog niet uit de kledingkast heb verbannen. Half mei. Zuid-Frankrijk.  Maar toch … Lentekriebels.  Zelfs met tegenvallende kwikcijfers en vitamine-D-stralen blijft het een heuglijk seizoen. Al die bomen, struiken en planten die ten dode opgeschreven leken de afgelopen maanden, maar toch ook dit jaar weer de moed vinden om helemaal opnieuw te beginnen, een beetje g

onbesuisd

Afbeelding
Met de zilveren Renault Modus tot het dak toe volgepropt komen dochter en vriendin het plein oprijden. Dochter springt de auto uit en vliegt ons in de armen. Vriendin worstelt zich iets minder soepel naar buiten. Met een verkrampte spier in haar bil loopt ze wat stram na al die uren achter het stuur. Ook de poes mag even de benen strekken in ons kantoor, tot jankende ontsteltenis van onze eigen kat die het opgefokt aanziet vanachter de glazen schuifdeuren.  Vijf maanden lang hebben ze ski’s, boards, boots en toebehoren verkocht en verhuurd aan dure wintersporters in een sprookjesachtig winterlandschap op zo’n tweeduizend meter hoogte. Vijf maanden van hard werken, sneeuwpret en ontelbare bloemetjes buiten zetten. Vijf maanden van bedwelmende feestjes, nachtbraken en klerezooi. Ook de kat was inmiddels gewend geraakt aan de janboel in de kleine Alpenstal en loopt nu verwonderd over de ruime, lege vloer in ons bureau.  Het is meer toeval dan opzet dat dochter op de verjaardag van ha

Juvaja-gekte

Afbeelding
Nee hè, voetbal vanavond, Juventus - Ajax, het interesseert me geen fluit. Man en zoon verheugen zich er al dagen op. Hapjes zijn voorbereid, bier staat koud, de verwaaide schotel op het dak is rechtgezet, ze zijn er helemaal klaar voor. Ik ga er braaf bijzitten, maar kijk opstandig níet naar de televisie. Op mijn iPad snel ik de koppen van de NOS, ik check mijn blog-pageviews, bekijk de weersvoorspelling, doe een spelletje. Af en toe gluur ik vanuit mijn ooghoek, dat is moeilijk te beheersen bij al die oeh’s en ah’s.  Juventus scoort. Tuurlijk, ik had niet anders verwacht. Zo’n avond gaat het worden. Zo’n avond van wanhoop, frustratie en een stijve nek, omdat je onafgebroken met je hoofd schuin in de richting van het doel zit te wijzen. Het doel waar die bal in zou moeten, maar steeds maar niet in wil gaan. Nee, ik vermaak me wel op mijn eigen scherm. Dan gebeurt er opeens iets wonderlijks. Het lijkt wel alsof ik plots ergens anders ben, íemand anders ben, bedwelmd, betoverd, ged

vrolijk Pasen

Afbeelding
Help. Echtgenoot heeft weer een nieuwe hobby. De voorlaatste keer dat hij een nieuwe hobby had, had ik net de hele schuur uitgemest. De ruimte zag er smetteloos uit en alles had zijn eigen plek, alsof het een schuur van hele degelijke mensen betrof. Zelfs de cement- en zandzakken en de plastic mallen voor zijn toenmalige betonhobby hadden een eigen plek gekregen.  Eén hele dag kon ik ervan genieten, toen besloot echtgenoot dat lassen zijn grote passie zou worden. Bij gebrek aan een 'lashoekje' in de schuur moesten het lasapparaat, de laskappen, -brillen, -handschoenen en alle in een oogwenk verzamelde ijzeren staven, raamwerken en oude wijntonringen provisorisch in het looppad worden gezet. Toegegeven, er kwamen een aantal hele leuke tafeltjes en een mooie pergola uit voortgelast, maar van orde was geen sprake meer.  Via zijn drone-hobby, een hobby dat elk liefelijk vogelgekwetter deed verstommen op onze natuurwandelingen, zijn we nu bij de nieuwste liefhebberij van mijn i

stage in de grote stad

Afbeelding
Nog wat onwennig zat hij samen met zijn stagebegeleider een broodje kaas te eten in het Amsterdamse eetcafé op de hoek, toen plotseling een bejaarde dame om een dokter begon te roepen. Mijn zoon was een week eerder met het vliegtuig op Schiphol geland, want hij zou vier weken stage lopen bij een drietal fotografen in Amsterdam en Utrecht. Vandaag was zijn eerste stagedag. De bejaarde dame had waarschijnlijk haar maandelijkse lunch-uitje met zeven trouwe jeugdvriendinnen, dispuutgenoten of misschien wel gewoon mede-cursisten van de plaatselijk yoga-, beleggers- of boekenclub. Het waren in ieder geval generatiegenoten en ze zaten aan een grote ovale tafel achter zoon en zijn begeleider.  Er was geen dokter in het café.  Eén van de reünie-dames had tijdens het eten van haar traditionele omelet met oude kaas en paddestoelen veel te druk zitten kwebbelen. Dat moet je nooit doen, dat wist ze waarschijnlijk zelf ook wel, maar er was natuurlijk heel veel bij te praten geweest. Schielijk

uitvliegende kuikens

Afbeelding
Ze was van een laddertje gelazerd. De bovenste sport van het trappetje mistte. Dat was al honderd keer goed gegaan, maar dit keer was ze niet helemaal helder geweest. Haar hoofd was tegen de achterkant van een keukenkastje geklapt en de wettige eigenaar van het laddertje vond mijn dochter, toen hij zijn slaperig kop over de rand van zijn hoogslaper stak, knock-out in een plasje bloed. Ik weet nog dat mijn oudste zoon, toen nog een peuter, van net zo’n soort laddertje viel. Er waren in zijn kamertje geen keukenkastjes, maar hij wist zijn hoofd tegen de punt van een schilderijlijstje te slingeren. Het bloed spoot uit zijn slaap. Ik was er toen als eerste bij, kon mijn moederlijke paniek haar vrije gang laten gaan, kind troostend in de armen sluiten en overladen met genezende mamakusjes. Dat was toen.  Dochter meldde mij haar rampspoed door de telefoon. Ze woont al anderhalf jaar niet meer thuis. Vrienden brachten haar naar de eerste hulp, alwaar ze een gat in haar lip, blauwe plekke

tegenstrijdig genot

Afbeelding
Ongelovig staar ik de dame aan die ons uitlegt hoe het in zijn werk gaat. De moed zakt me wel een beetje in de schoenen. Ik ben erg blij dat zoon besloten heeft niet mee te komen. Hij had meteen al geen zin om voor joker te staan in zijn zwembroek en dit had hij beslist waardeloos gevonden. Midden in het mooie langlaufgebied staat een 'refuge.' Een eenvoudige berghut waar,  buiten aan de zonnige picknicktafels of binnen bij de behaaglijke warmte van het haardvuur, lekkere, simpele maaltijden geserveerd worden. Er kan ook overnacht worden in een drietal aparte hutten die verspreid staan tegen de helling en er is een 'hot tub' midden in het sneeuwlandschap. Een ronde houten tobbe met door houtvuur opgewarmd water, dampend in de kou. Het bad staat half verscholen achter een klein bushok-achtig bouwseltje van houten planken waarvan wij dachten dat het de omkleedruimte was. Terwijl we ons voorverwarmen met warme wijn aan één van de lange tafels komt de refugedame naar

succes met de verhuizing

Afbeelding
Op weg naar de brievenbus kwam ik een dorpsgenote tegen. Nog voordat ik mijn mond open deed, zette zij reeds haar kleuterjufgezicht op en toen ik inderdaad een beetje naar woorden moest zoeken om haar beleefde interesse naar mijn kinderen te beantwoorden, knikte ze mij met een moederlijk geduldige glimlach, aanmoedigend toe. Ze zei nog net geen “koetchie koetchie” of aaide over mijn wangetjes.  Gedesillusioneerd liep ik weer naar huis. Ik had er helemaal op gerekend dat ik na tien jaar Frankrijk accentloos met de autochtonen mee zou ratelen, schouderophalend ‘bof’ zou mompelen en meelevend ‘mince.’ Bij het afscheid zou ik zelfverzekerd mijn hand opsteken en vlot ‘allez ciao!’ roepen. Tijdens een partijtje 'pétanque' zou ik druk meeconverseren en geen enkele twijfel hebben dat mijn verhaal begrepen zou worden en zelfs interessant gevonden. In plaats daarvan zie ik regelmatig gespreksgenoten vaag voor zich uit staren, allervriendelijkst knikken en verward verder lopen. Vorig

neerslag

Afbeelding
Het was een slechte nacht, een heel slechte nacht. Uren na middernacht lag ik nog klaarwakker naar het plafond te staren. Om half zes ging de wekker, want het was maandagochtend en zoon moest naar zijn lyceum in Montpellier. Gelukkig ging de eerste bus van het dorp al zo vroeg. Zoon zou de bus nemen, dan het boemeltreintje, aansluitend een directe trein en dan nog de tram om vervolgens, na tien minuten lopen, een uur te laat op school aan te komen. Arm kind. Om zes uur zaten we aan het roerei.  Na een stevige knuffel, ik zou hem twee weken niet zien, vertrok hij naar zijn bus en ik weer naar bed. Met een licht schuldgevoel, dat wel. Tien minuten later kwam het eerste sms’je. De bus was er nog steeds niet en hij zou zijn eerste aansluiting missen als het nog lang duurde.  "Die bus komt heus wel en het treintje wacht waarschijnlijk," schreef ik hoopvol terug met een vaag opkomend gevoel van paniek. Helaas. Na twintig minuten was er nog steeds geen bus en ging het boemeltje

janken en schransen

Afbeelding
We waren ruim op tijd met de winterbanden dit jaar. Sterker nog, ze zaten er halverwege de vorige winter al op. Geen stress dus voor glibberpartijen in ons Alpendorp. Met een volgepakte auto en een zwaar beladen dakdoos kwamen we een paar dagen voor Kerstmis aan. Gladheid bleek niet echt aan de orde, want er lag amper sneeuw. Het was veel te warm. Het dunne laagje sneeuw dat nog wel op de weilanden lag, regende de volgende dag weg. Mist en miezer. Een veelbelovend begin van de feestdagen.  Everzwijn stond er op het Kerstmenu dit jaar. Ook dat nog. Echtgenoot had notabene kort geleden een wild zwijnmoeder met elf jongvolwassen kinderen over het veld zien hollen, dat was indrukwekkend geweest. Nu lag er een vers geschoten poot in de dakdoos. Niet van echtgenoot natuurlijk, daar is hij veel te lief voor, maar van een fervent jager uit het dorp via de werkster in ons bezit gekomen. We zaten er een beetje mee in ons maag. Ik had op internet een heerlijk recept gevonden met portsaus e

dramaqueen

Afbeelding
Echtgenoot was een paar dagen met de jongste zoon mee naar Nederland en de oudste zoon was het weekend bij zijn vriendin. Ik bleef alleen achter. Een paar dagen helemaal in m'n uppie, normaal gesproken een situatie die ik wel omarmen kan, maar dit keer was ik een beetje zielig. Dat vond ik tenminste vooral zelf. Ik had namelijk, om één of andere reden, mijn tong uitgestoken naar m'n spiegelbeeld en tot mijn schrik ontdekt dat deze helemaal wit zag. Bovendien had ik blaasjes aan de binnenkant van m'n wang, voelde een vage keelpijn en had de smaak van rottende varkenspastei in mijn mond.  Een spontane uitbraak van mondschimmel. Ik vermoedde dat de vieze smaak zich in de vorm van een weerzinwekkend bouquet aan een eventuele gesprekspartner zou opdringen en vermeed dus ieder contact met de buitenwereld. Natuurlijk wist ik wel dat mondschimmel meestal vrij onschuldig is, maar op Google vind je ook hele nare oorzaken en zo werd deze kwaal, die zomaar opeens was aan komen w

de rat

Afbeelding
Het houtkacheltje brandt behaaglijk, de lampen zijn sfeervol gedimd en op de televisie legt Lubach helder en humoristisch uit waarom het heel erg stom zou zijn om voor een permanente zomertijd te kiezen. Onderuitgezakt hang ik met echtgenoot en twee zoons op de bank te kijken als er plotseling een flinke dreun tegen de deur klinkt. Een beetje herrie zijn we wel gewend bij deze deur, die onze knusse woonkamer met de hal van het huis verbindt, want tachtig keer per dag wil er een kat in of uit. Ergerlijk volhardend krabbelen ze dan met hun scherpe nageltjes onze ‘old white’ laklaag aan gort en miauwen daarbij met hartverscheurende uithalen. Wat we nu hoorden had meer weg van een kat die het wachten zo beu was, dat ze een aanloop heeft genomen en zich met de schouder tegen de deur heeft geworpen om bij gebrek aan gewillige portier dan maar de deur met geweld in te beuken. Behoedzaam komen we allemaal overeind en echtgenoot duwt voorzichtig de deur open, klaar om de eerste de beste indr

noodtoestand

Afbeelding
Het duurde even voordat alle radertjes in mijn hoofd wakker waren. Knarsend en krakend zetten ze zich in beweging en brachten de informatie die mijn oren binnenkwam naar mijn bewustzijn. Mijn droom waar ik zo even nog middenin zat was ik op slag vergeten. Ons dorp heeft een gemeentelijk omroepsysteem. Als de schoorsteenveger in de buurt is, de elektriciteit voor bepaalde tijd wordt afgesloten in verband met werkzaamheden of er zijn feesten en evenementen, dan galmt de informatie door alle straten van het dorp. Maar om kwart voor zeven ’s morgens? Het moet niet gekker worden. Het raam stond op een kier en er was, behalve de stem die door de luidsprekers tetterde, niks vreemds te horen. Geen kolkende rivieren, bulderende watermassa’s of gillende mensen. Het regende een beetje, dat wel. Toch ving ik iets op over ‘ inondation’ en ‘montez à l’étage’ en ik wist, zelfs met mijn slaapdronken kop, dat dat betekende dat er overstromingsgevaar was en dat we op de verdieping of zelfs het