noodtoestand

Het duurde even voordat alle radertjes in mijn hoofd wakker waren. Knarsend en krakend zetten ze zich in beweging en brachten de informatie die mijn oren binnenkwam naar mijn bewustzijn. Mijn droom waar ik zo even nog middenin zat was ik op slag vergeten.
Ons dorp heeft een gemeentelijk omroepsysteem. Als de schoorsteenveger in de buurt is, de elektriciteit voor bepaalde tijd wordt afgesloten in verband met werkzaamheden of er zijn feesten en evenementen, dan galmt de informatie door alle straten van het dorp. Maar om kwart voor zeven ’s morgens? Het moet niet gekker worden.
Het raam stond op een kier en er was, behalve de stem die door de luidsprekers tetterde, niks vreemds te horen. Geen kolkende rivieren, bulderende watermassa’s of gillende mensen. Het regende een beetje, dat wel. Toch ving ik iets op over ‘inondation’ en ‘montez à l’étage’ en ik wist, zelfs met mijn slaapdronken kop, dat dat betekende dat er overstromingsgevaar was en dat we op de verdieping of zelfs het dak moesten gaan zitten. Ik betwijfelde ernstig of ik werkelijk wakker was.
Geen van ons vloog paniekerig het bed uit, al was dat misschien wel de bedoeling, echtgenoot en ik bleven roerloos liggen. De situatie was onwerkelijk en ongeloof voerde bij ons beide de boventoon. Het zal wel weer één of ander absurd Frans protocol zijn, dacht ik, waar ze op dit idioot vroege tijdstip hersenloos aan gehoor geven. Mijn opvattingen over de medemens zijn op dat uur van de dag niet altijd even genuanceerd, zeker niet als ik net ruw uit mijn lieflijke dromen ben gesleurd.
Uiteindelijk hees echtgenoot zich, toch een beetje nieuwsgierig geworden, uit bed om een kijkje uit het raam te nemen, maar zag niets dan zwart. Niks alarmerends, want sinds een paar maanden voert ons dorp een milieubewust beleid ten aanzien van de straatverlichting. Dat houdt in dat het tussen half één ‘s avonds en zeven uur ‘s morgens pikkedonker is in het dorp. Een fantastisch initiatief en blijkbaar zo vol overtuiging dat ook in noodsituaties geen uitzondering wordt gemaakt. In geval van overstroming zou een lichtje misschien best handig zijn om je dak te vinden, al wil je ook weer niet geëlektrocuteerd worden natuurlijk. Al snel hoefden wij ons hoofd over dat vraagstuk niet meer te breken, want de stroom viel uit en nu had ook binnen niemand verlichting meer. Bezorgd dacht ik aan het enorme voordeelpakket Ben&Jerry’s dat zou smelten in de vriezer als dit te lang ging duren.
Om zeven uur luidden zoals gewoonlijk de kerkklokken hun eerste wijsje van de dag, maar ditmaal was het niet het gewone ding-ding-ding om de tijd aan te geven, maar klonk gedurende vijf minuten een hoge díngggg en na een paar seconden een lage dongggg om weer te vervolgen met dínggg. Een klankcombinatie die normaal gesproken op drie momenten van de dag ten gehore wordt gebracht indien er een sterfgeval is. Eénmaal, lang geleden, gebeurde dat opeens midden in de nacht,  wij dachten dat de burgemeester of zelfs de president was overleden. Er bleek een inbraak gaande in de kerk en blijkbaar wordt deze hoog-laag-toon niet alleen voor de overledenen gebruikt, maar ook als alarm ingezet. Handig om te weten.
De kerkklokken werden afgewisseld met een poging tot luchtalarm. Er is in de afgelopen jaren regelmatig geoefend op dat alarm, maar het is nog nooit helemaal goed gegaan, het loopt meestal vast en dat gebeurde nu ook. Voor de mensen die nog niet in paniek waren was dit een gekmakende aansporing, maar bij echtgenoot en mij werden niet de stresshormonen, maar vooral de lachspieren geactiveerd. Wel besloot ik de ‘meteo france’ er maar eens op na te slaan.
Er was ‘code rouge’ in ons departement, ontdekte ik meteen. Goh. Met een paar klikken was ik bij de waterstand van de rivier in het dorp en toen viel mijn mond wijd open. Het waterpeil dat doorgaans wordt gemeten op een halve meter hoogte was gestegen tot een metertje of ZES. 
Echtgenoot en ik schoten uit bed.
Met de zaklantaarnfunctie van de telefoon inspecteerden wij het huis, maar op een enkel plasje in de kelder en bijkeuken na waren er bij ons geen drama’s gebeurd. Toen het een beetje licht begon te worden besloten we, tegen de adviezen van het omroepsysteem in, maar eens een kijkje buiten te gaan nemen en dat was indrukwekkend.
Een woeste watermassa denderde onder de oude brug door, knakte bomen op zijn weg alsof het twijgjes waren en sleurde alles dat los en vast zat met zich mee. Het eiland in de rivier was verdwenen, de betonnen picknicktafels hingen in de boom en het loopbruggetje er naar toe dat normaliter hoog boven het water hangt werd nu helemaal in de stroom opgenomen. De straat langs de rivier in het laagste deel van het dorp was zonder bootje onbegaanbaar en het vervoersbusje van de kanoclub was zo goed als kopje-onder.
Geen flauwekul protocol dus of lachwekkende toestandmakerij, dit was serieus, al hoefde niemand in het dorp zijn dak op en viel de persoonlijke schade erg mee. De kanoclub was het ergst getroffen. Hoe anders dertig kilometer verderop waar zelfs dertien doden te betreuren zijn, de schade in de honderden miljoenen loopt en de persoonlijke catastrofes niet te beschrijven zijn. Wij hebben hier eigenlijk erg veel geluk gehad.
Zelfs de tonnetjes Ben&Jerry’s waren niet gesmolten.

 

Reacties