de rat

Het houtkacheltje brandt behaaglijk, de lampen zijn sfeervol gedimd en op de televisie legt Lubach helder en humoristisch uit waarom het heel erg stom zou zijn om voor een permanente zomertijd te kiezen. Onderuitgezakt hang ik met echtgenoot en twee zoons op de bank te kijken als er plotseling een flinke dreun tegen de deur klinkt.
Een beetje herrie zijn we wel gewend bij deze deur, die onze knusse woonkamer met de hal van het huis verbindt, want tachtig keer per dag wil er een kat in of uit. Ergerlijk volhardend krabbelen ze dan met hun scherpe nageltjes onze ‘old white’ laklaag aan gort en miauwen daarbij met hartverscheurende uithalen. Wat we nu hoorden had meer weg van een kat die het wachten zo beu was, dat ze een aanloop heeft genomen en zich met de schouder tegen de deur heeft geworpen om bij gebrek aan gewillige portier dan maar de deur met geweld in te beuken. Behoedzaam komen we allemaal overeind en echtgenoot duwt voorzichtig de deur open, klaar om de eerste de beste indringer die erachter staat knockout te slaan. 
De indringer blijkt een rat die de knock-outfase reeds lang voorbij is. Hij ziet er althans behoorlijk dood uit, maar mijn oudste zoon beweert dat ratten zich heel goed dood kunnen houden als overlevingsstrategie. Terwijl echtgenoot een plastic zak gaat zoeken hou ik dat beest dan ook scherp in de gaten. Twee katten ijsberen ondertussen opgewonden om de rat heen en strijden met elkaar om de eer voor deze enorme prooi. Kat nummer drie doet van de zenuwen een grote stressplas tegen de bank en verspreidt daarmee een penetrante lucht in de woonkamer. De huiselijke sfeer van zonet is helemaal verdwenen.
De rat heeft in het algemeen een vrij slechte reputatie, vooral het verspreiden van ziektes heeft hem weinig goed gedaan. Ik zou deze rat-werp-actie van de katten tegen onze deur dus heel gemakkelijk als sinister voorteken kunnen opvatten, ontvankelijk als ik ben voor dit soort symboliek, maar daar wil ik toch niet aan. Dat spitsige brutale snoetje met dat half open bekje en die onooglijke knaagtandjes heeft iets heel aandoenlijks. Op internet vind ik gelukkig ook positieve betekenissen van de rat, zoals welvaart, succes en intelligentie, al weet ik niet zeker of dat voor dode ratten ook opgaat. Het lijkt mij in ieder geval de meest wenselijke interpretatie. Ieder zo zijn eigen waarheid.
Als echtgenoot met het plastic zakje terug komt heb ik nog geen enkele beweging bij de rat waargenomen en ook als hij met de haardtang in het zakje wordt gestopt blijft het een slap, bewegingsloos hoopje lijf. Dus óf hij neemt zijn schijndood wel heel erg serieus, óf het arme beestje heeft echt het leven gelaten. 
Maar nu? 
Buiten is het donker en koud, niemand heeft natuurlijk zin om op dit uur een begrafenis op te tuigen of, iets oneerbiediger, naar de afvalcontainers in het dorp te lopen. De pedaalemmer in de keuken lijkt ons ook een onsmakelijk idee. Echtgenoot staat wat verloren met het gevulde plastic zakje in zijn hand en bedenkt dan het geniale plan om ons welvaartssymbool buiten, hoog aan de deurklink van het tuinhek te hangen, onder het motto: zorgen voor morgen.
De volgende dag heeft iedereen het druk en niemand denkt natuurlijk meer aan de provisorisch opgehangen zak met prooi. Maar de dag erna, als echtgenoot en mijn jongste zoon hun tassen hebben gepakt en op het punt staan richting Nederland te vertrekken schiet het mij opeens weer te binnen. Ik wil niet achterblijven met een rattenlijk aan mijn tuindeur en sta er op dat ze hem onderweg in de afvalbak mikken. En dus gaat echtgenoot braaf het zakje halen. Hij blijft behoorlijk lang weg. 
Als ze eindelijk vertrekken zwaaien mijn oudste zoon en ik ze bedremmeld uit. Alle succesinterpretaties ten spijt overvalt mij nu toch een beetje een ongemakkelijk gevoel.
Van de rat bleek geen spoor meer te bekennen.

Reacties