Plurieldakjesspecialist

Met bakken kwam het uit de lucht. Rukwinden smeten takken over de weg en tergde het met sjorbandjes en ducttape vastgeplakte cabriodakje. Angstig bad ik dat het touwtje dat de achterklep aan de carrosserie moest borgen niet zou knappen.

Vandaag zou eindelijk mijn Citroën Pluriel weer in ere worden hersteld, maar voordat het zover was moesten we in Montpellier zien te komen. De Plurieldakjesreparateurs liggen namelijk niet voor het oprapen en voor de prijs van een nieuw dak kan je net zo goed een nieuwe auto kopen. De specialist die echtgenoot op het internet gevonden had rijdt heel Frankrijk door om zijn kunstje te doen en was vandaag en morgen in de buurt van Montpellier.

De wind gilde oorverdovend door alle kieren en met een dot tissues kon ik het naar binnen gedruppel enigszins de baas. Maar de lucht werd al donkerder, de regen steeds heviger en na ongeveer een halfuurtje kreeg het gejank van de wind ritmische begeleiding van klapperende ducttape-stroken die langzaam los lieten bij zoveel nattigheid. Ook het sjorbandje dat belette dat het dak helemaal open zou waaien moest een paar centimeter prijsgeven en zo ontstond een dusdanige kier dat de tissues er niet meer tegenop gewassen waren.

Met plastic boodschappentassen over de elektrische onderdelen en onze schoten, beschermende hoofddeksels en humeur tot het nulpunt gedaald kwamen we een dik halfuur te laat op het opgegeven adres aan. Een keurige woonwijk waar geen weldenkende ziel zich in dit weer op straat liet zien en waar ook geen enkele garage of monteur te ontdekken was. Alleen de parkeerplaats vol Citroën Pluriels gaf hoop. 

Als twee verzopen katten met een enorme paraplu die ons alle kanten op trok, binnenstebuiten klapte en dreigde al zijn spaakjes te gaan breken, struinden we de wijk door, totdat we eindelijk een huis aantroffen met een smalle garage en provisorische zeilen boven de oprit. Er stond zowaar iemand een Pluriel te repareren.

We mochten aan de eettafel plaatsnemen waar nog een ander stel zat te wachten en kregen een kopje koffie aangeboden. Met bewonderenswaardige inspanning wist ik mij tot vriendelijk Frans gebabbel met onze tafelgenoten te forceren, maar een gevoel van onrust begon zich langzaam van mij meester te maken. Ik haalde me de parkeerplaats vol Pluriels weer voor de geest en kon mij geen enkel sjorbandje of ducttape herinneren, ze zagen er allemaal eigenlijk heel netjes uit. Ook onze tafelgenoten hadden een bescheiden dakjes-probleem. Ze keken ons dan ook vol medelijden aan toen we over ons kapotte 'capote' vertelde.

Na een uur wachten waren wij eindelijk aan de beurt voor de diagnose. Raoul, de monteur bekeek eerst het systeem van het dak dat een geheel vormt met de achterklep en constateerde dat deze afgeschreven was. Niet getreurd, we hadden nog zo’n daksysteem achter in de auto liggen. In een vlaag van zelfoverschatting hadden we deze een keer aangeschaft om zelf de boel te gaan repareren. Na een kleine analyse bleek ook deze klaar voor de schroot. De roldakjes zelf, waar we er ook twee van hadden werden eveneens beide afgekeurd. ‘Irréparable,’ melde onze Plurieldakjesspecialist. Hij wou ons onverrichter zake terug naar huis sturen. Door het noodweer. 

Dankzij mijn radeloze blik en echtgenoots volhardendheid zag hij toch nog enige potentie in één van de roldakjes en bovendien had hij nog een nieuw systeem liggen. Wij gingen akkoord met een tweemaal zo hoog bedrag als ingecalculeerd en Raoul ging aan de slag. Het zou wel even duren, dus namen we de tram naar het centrum van Montpellier, alwaar de riviertjes door de straten stroomden. 

Na een heleboel uur in de horeca kregen we het verlossende bericht. Het cabriodakje was gerepareerd. Eenmaal terug bij de garage moesten we echter nog een laatste proeve van bekwaamheid in geduld afleggen. De monteur maakte eerst nog een andere dakreparatie af, vervolgens moesten er toch nog een paar puntjes op de i gezet bij mijn auto en toen we dan eindelijk aan betalen toe waren, liep hij zomaar weg om nog even te keuvelen met een buurman op straat. 

Met de hakken over de sloot slaagde ik en vloog hem goddank niet naar zijn strot, want die goeie Raoul had fantastisch werk geleverd! Kierloos reden we terug naar huis. 

Droog, stil en blut.


Reacties