Alles voor niets geweest

Jaren ben je bezig om je kinderen veilig en gezond groot te brengen. In hun prilste maanden geef je ze vijf keer per dag borstvoeding ondanks de kloven en later de venijnige bijtgrage eerste tandjes. Speentjes kook je uit voor de cruciale hygiëne. Verse groente- en fruitprakjes sta je te staafmixeren voor de nodige vitamientjes en elke avond lees je een boekje voor of zing je ze lekker vroeg in slaap. Rust, reinheid en regelmaat.
En dan worden ze groot, heb je niks meer te vertellen, gaan ze zich volstoppen met pizza en patat. Halen ze nachten door, zuipen zich een slag in de rondte en steken de ene peuk met de andere aan.
Alles voor niets geweest.
Jaren ben je bezig je kinderen te beschermen tegen alle gevaren die op de loer liggen in de boze buitenwereld. Angstvallig let je op dat ze in de wieg niet op hun buikje terecht komen, want dan zouden ze weleens fataal kunnen worden met hun neusje en mondje in de matras geplet. De best geteste maxi cosi’s worden aangeschaft voor verantwoord vervoer. Babyfoons staan naast hun bedje om ons te alarmeren bij elk vreemd kuchje of kreuntje. Fietshelmpjes, traphekjes, kindveilige wandcontactdozen, zwemschijven. 
En natuurlijk heb ik uitentreuren gewaarschuwd voor 'vreemde meneren of mevrouwen' die snoepjes aanbieden en dat ze nooit, maar dan ook nooit, bij onbekenden in de auto moeten stappen. En nu gaan mijn oudste twee, nog nauwelijks op eigen benen, doodleuk naar Amsterdam liften. 
Alles voor niets geweest.
Ze nemen eerst de nachtbus naar het centrum van Parijs, dan zijn ze vast een stukje op weg en beginnen ze lekker moe aan hun liftavontuur. Vruchteloos doe ik nog wat pogingen om ze op andere gedachten te brengen. Ik wijs ze op rechtstreekse bussen vanuit Parijs naar Sloterdijk en stop ze en passant nog wat geld toe, toevallig net genoeg om zo’n bus te nemen. Lachwekkend doorzichtig natuurlijk en het mag dan ook niet baten. 
Etters.
De afgelopen maanden gingen die rotkinderen ook al steeds eigenwijs in hun ééntje met het vliegtuig, wetende dat hun moeder dat doodeng vind. Zelfs nummer drie, mijn jongste spruit, moest persé met zo’n ding naar Nederland. En ik maar elke 5 minuten op mijn schermpje kijken of ze nog in de lucht hangen, want ik heb zo’n radar-app die alle vliegtuigen scant. 
Dat doe ik niet meer. 
De laatste keer zag ik op de app het betreffende vliegtuig met zoon in korte tijd opeens heel veel hoogte verliezen. Toen al het bloed uit mijn gezicht getrokken was en ik eindelijk weer een hap adem nam hing het toestel al lang weer op normale hoogte. Een radardwaling. Net als al die keren dat het vliegtuig aangekomen op de bestemming ogenschijnlijk niet remt, voorbij de landingsbaan over de snelweg heen schiet en pas midden in een woonwijk stil staat, om vervolgens met een noodgang weer achteruit te scheuren, terug naar de aankomsthal. Allemaal radardwalingen waar je heel zenuwachtig van kan worden. Ik kan beter niet te kijken.
Toch kan ik het ook nu niet laten. Met weer een andere app volg ik mijn beide lifters over de landkaart. Ik weet inmiddels heus wel dat ik niet meteen alle hulptroepen hoef in te schakelen als ze opeens allebei op een heel andere plek in een bos ver van de snelweg te vinden zijn, ook de gps heeft dwalingen. Toch hou ik af en toe mijn adem in.
Opgelucht zie ik ze na drie liften Parijs achter zich laten en ik baal met ze mee als ze na anderhalf uur nog steeds niet zijn opgepikt bij de Belgische grens, maar ik ben echt dolgelukkig als ze ’s avonds om negen uur aankomen bij het van der Valk in Vianen, alwaar mijn ouders ze zullen oppikken. Kleine kindjes worden groot.
Ik moet er nog een beetje aan wennen.

Reacties

Een reactie posten