Anderhalve meter
De bloemblaadjes van de blauwe regen liggen als een plakkerige, natte derrie op de groene, waaiervormige bladeren van de palm die onder de pergola op het terras staat. Het hele terras is zo langzamerhand één grote lila drek geworden, als vieze smeltende lentesneeuw. Verveeld kijk ik uit het raam naar de neerkomende regen. Op de achtergrond kabbelt een treurige canon in D majeur van vier gevoelige strijkers.
Na tweeënhalve maand de bouwvakker te hebben uitgehangen, kraakt en piept alles in mijn lijf … maar de metamorfose is groots! De oude, afgeleefde kamer van dochter is omgetoverd tot een lichte, strakke fitnessruimte. Ik ben bijzonder trots op mezelf. Nu het gereedschap weer terug in de schuur is opgeborgen, alle stof uit mijn haren gedoucht, verfkleren in de was en spieren en gewrichten met klusreces, dreig ik een beetje in een gat te vallen.
Voor het eerst sinds de 'lockdown' sta ik in een supermarkt. Het bordercollie-karakter van echtgenoot tegenover mijn kluizenaarsinborst had tot nog toe bepaald dat hij regelmatig uitgelaten moest worden tussen de voedselschappen en ik rustig thuis kon blijven mussen. Maar nu sta ik zelf onbeschermd met mijn winkelwagentje in het hoofdpad van de super U en voel me ongemakkelijk tussen al die mondkapjes. Ik kan niet goed besluiten hoe ik bij de zakjes avondthee moet komen, want er staat een meneer in de weg die eindeloos naar pakken koffie aan het staren is. Zal ik omlopen en het koffie-, thee-, en ontbijtgranenpad van de andere kant benaderen, of zal ik proberen mij ruggelings door de pakken muesli heen te werken en zo de man achterlangs te passeren? Ik loop om.
Op het moment dat ik aan de andere kant van het pad sta heeft de man zich een stukje mijn richting op verplaatst en zet mij voor eenzelfde dilemma. Dan toch maar achterlangs. Ik probeer de breedte van het looppad in te schatten en de haalbaarheid van de voorgeschreven sociale afstand, en dan opeens schieten de woorden anderhalve meter door mijn hoofd. Oh god. Als ik iets níet wil denken, is het wel anderhalve meter. En ik zou het ook niet móeten denken, hoor ik mijn dochter zeggen, terwijl ze haar ogen vermoeid ten hemel slaat bij zo weinig inburgeringsresultaat. In Frankrijk springen die virussen niet verder dan een meter.
Uit alle macht probeer ik het anderhalvemeterwoord uit mijn gedachten te bannen, maar het is al te laat. Met zijn zeurderige, nasale stem dringt Poke (een of andere rapper) mijn hersenpan binnen.
"Anderhalf meter,
anderhalf
Ik zeg anderhalf meter
Kom niet in mijn aura bitch"
Zoon heeft ons dagenlang gek gemaakt met deze muzikale oorwurm van Ali B, Poke en Judeska. Het lied is zo gecomponeerd dat het zich vastbijt in je hoofd en nooit meer loslaat. Met behulp van 'Het Is Een Nacht’ van Guus Meeuwis was ik eindelijk van deze irritante klever afgekomen, maar nu zit ie er weer, als een terriër vastgebeten aan mijn auditieve hersenschors.
Neuriënd werk ik mij achter de koffieman langs en bemachtig het pakje avondthee. Bij de kassa pak ik mijn boodschappen in de tassen en besmet mijn vingers op de toetsen van het pinapparaat. Ik glimlach vriendelijk naar de kassière en probeer vooral niet hardop over aura’s en bitches te zingen. De volgende keer mag bordercollie weer boodschappen doen, laat mij maar lekker thuis in een gat vallen.
Terug op het honk aan de eettafel met een warme mok koffie in mijn hand kijk ik verveeld naar buiten. Regen tikt tegen het raam en op de achtergrond speelt een melancholische piano. Vol overgave laat ik me in de rust van de leegte vallen en vanuit mijn diepste innerlijk borrelt er voorzichtig iets boven.
"Anderhalf meter … "
❤️
BeantwoordenVerwijderen😊
Verwijderengenoten van je blauwe regen broddels alsmede je adhd goed afgerichte bordercollie.....
BeantwoordenVerwijderenwaar, oh waar, is grotere genegenheid gevat in levensvreugde nog te hervinden in deze
triestrijke maatschappij op weg naar een hoopvol morgen?
Hartelijk dank! Wel nieuwsgierig wie Unknown is?
Verwijderen