moederleed

Ik had me op het ergste voorbereid en dat was maar goed ook. 
Na lang aandringen mocht ik eindelijk bij dochter langskomen om haar te helpen haar zwijnenstal uit te mesten. Ze had zichzelf liever die schaamte bespaard, maar de voordelen wogen toch op tegen de nadelen.
De laatste keer dat ik bij haar thuis in Toulouse was geweest was net na Pasen. Ik was toen al niet enorm te spreken over de orde in haar stulpje, maar op dat moment was dat nog tuttig en bemoederend. 
Ik weet nog goed dat ik toen samen met dochter eindeloos poekiepoekie heb geroepen boven de met kippengaas ingepakte konijnenkooi om de kleine woestijnrat die daar woonde te verleiden even gedag te komen zeggen. Vergeefs, het bleef akelig stil in het hok. Na wat gegraaf met een lepel (het was een venijnig bijtertje, dus met de blote hand was onverstandig) vonden we Freinet de rat levenloos op zijn ruggetje onder het zaagsel. Het arme beestje was stilletjes heengegaan. 
Bij gebrek aan geschikte woestijnrattenbegraafplaatsen in Toulouse besloten we dat ik het beestje mee naar huis zou nemen. In een vrolijke, gele kartonnen paasdoos hebben we hem daar op een mooi plekje met een eervolle speech van zoon weer terug aan de natuur gegeven.
Nu, een paar maanden later stond de kooi er nog, inclusief zaagsel en wat de rat er verder nog in had achtergelaten. Zaagsel had zich ook door de rest van het zevenentwintig vierkante meter grote optrekje verspreid tussen de vuile was, afwas en bedorven etensrestjes. Het ontmantelen van deze rattenstal was dan ook de eerste dankbare actie in ons uitbaggerproject dat twee volledige dagen in beslag zou nemen. Tussendoor wisselde we af met lunches, bier, bioscoop en cocktails om de moed erin te houden. Ik had mij stellig voorgenomen niet de hele tijd te zullen zuchten en ‘oh’ en ‘ah’ en ‘kind toch’ te roepen, want dat het erg was wist ze zelf ook wel, maar met zomerse stadstemperaturen van tegen de 40 graden had het niet lang geduurd of de hele gore kolerezooi was zelf naar buiten gekropen. We waren het tuttige mijlenver voorbij en ik was blij dat ik me ermee had mogen bemoederen, voordat ik een paar dagen later met echtgenoot op vakantie zou gaan.
Het zou de eerste keer worden dat we geheel zonder kinderen twee weken weg gingen en ik had er een beetje een knoop van in mijn buik. Ik vreesde dat de broertjes elkaar de hersens zouden inslaan in onze afwezigheid wegens conflicterende karakters. Mijn oudste zoon wist dat risico een beetje te beperken door een paar dagen naar zijn vriendin te verdwijnen en zijn broer alleen thuis te laten, maar dat vond ik dan ook wel weer eenzaam voor broer, ondanks dat hij het zelf heerlijk vond.
Ik was bang dat ze de katten zouden vergeten en de plantjes, of dat ze onnozel het gas zouden laten aanstaan. Bovendien zou het zomaar kunnen gebeuren dat met dit hete droge weer een alles verwoestende bosbrand het dorp zou verslinden, of dat na een dramatische onweersbui de rivier zou overstromen en het huis zou verdrinken. Zouden de jongens dan wel weten wat ze moesten doen? Stel dat er een griezel in zou breken of dat een terrorist het dorp zou gijzelen, dan waren ze helemaal moederziel alleen…
De ochtend van vertrek vond ik mijn zoon hangend boven het toilet. 
Hij had de avond ervoor met een paar vrienden in het dorp afgesproken en zijn wodka-jus grenzen verkend. Halverwege de nacht was hij met veel kabaal thuis gekomen, begeleid door zijn drankgenoten en nu was hij compleet naar de klote. 
Bleek, zwak, ellendig met een houten kop bleef hij krampachtig rechtop zitten, ondanks zijn vermoeidheid, want liggen had een catastrofale uitwerking op zijn maag. Mijn jongste had juist deze dag uitgekozen voor zijn eerste serieuze kater-ervaring en zijn lijf zou nog de hele dag nodig hebben om al het gif weer uit te bannen. Ook nu wist ik mij in te houden met de ‘oh’s en de ‘ah’s en de ‘kind toch’s, want dat de grenzen overschreden waren wist hij zelf inmiddels beter dan wie dan ook. Tuttigheid was een gepasseerd station, dus giechelde ik maar af en toe vermakelijk om zijn ellende, wat mij vernietigende blikken opleverden. 
Nadat ik moederlijk zijn verontreinigde bed had verschoond en mijn eigen laatste spullen had ingepakt konden we vertrekken. 
De broertjes zwaaiden ons samen uit.

Wat zou er nou helemaal mis kunnen gaan?

Reacties