sprookjes

De schemer was al een tijdje in nacht overgegaan toen het onweer losbarstte in het Massif Central. Een laag rommelende donder afgewisseld met scherp knetterend gekraak vulde de atmosfeer. Links en rechts van onze lelijke eend raakte de ene spectaculaire bliksemflits na de andere de aarde. We waren al een paar uur onderweg uit de omgeving van Bordeaux om in de Alpen terecht te komen, maar het begon erop te lijken dat we dat niet gingen redden. Leefgenoot, toen nog vóór de echt, zat aan het stuur met een plastic zak om zijn rechterbeen, omdat juist daar waar gas gegeven moest worden de regen naar binnen sijpelde. De benzinemeter deed het niet meer, maar we hadden een kilometerteller op het dashboard geplakt waar we elke keer dat we tankten de actuele kilometerstand op aangaven. Mijn 2cv deed ongeveer 300 km op één tank en daar zaten we zo langzamerhand wel heel dicht tegenaan. Geen dorp, benzinestation of beschaving te bekennen, alleen maar duisternis doorklieft met angstaanjagende flitsen.
Niet handig natuurlijk om ’s nachts met een oude, lekkende eend zonder benzine door het Centraal Massief te rijden, waar je zomaar uren achter elkaar het ruige landschap kan doorkruizen zonder ook maar één klein gehuchtje tegen te komen. 
Maar dat soort dingen doe je als je jong bent en onbezonnen. Dan zie je geen gevaar, dan voel je je vrij, dan leef je er op los. En later als je groot bent, verstandig en verantwoordelijk, je leven netjes gepland hebt en je dure spullen keurig onderhouden, is het een mooi verhaal tijdens een etentje met vrienden.
Als in een magische droom verscheen daar plotseling een dorp met een volgeboekt hotel notabene, in deze middle of nowhere, maar nog wel een kamer beschikbaar in één of ander geheimzinnig leeg gebouw verderop. Het noodweer trotserend  konden we zelfs nog wat te eten krijgen in het plaatselijke restaurant en de volgende ochtend ontdekte wij een benzinestation vlakbij. Alsof een goede fee dit dorp hier speciaal voor ons had getoverd.
Inmiddels zijn wij velen jaren en 3 geboortes verder, veel verstandiger en verantwoordelijker zou je mogen verwachten. Toch rijden wij plots met onze Volkswagen T3 camper in een enorme rookwolk begeleid door een hard sissend geluid op de A7 tussen Hoorn en Amsterdam. Op de vluchtstrook blijft de motor gewoon doorloeien, ook zonder contactsleutels en in paniek hollen wij met onze drie kleine kinderen zo ver mogelijk de berm in. Nog nauwelijks bijgekomen van de schrik zien wij verbluft toe hoe slechts een paar minuten later een brandweerauto aankomt, zijn deuren opengooit en 9 brandweermannen in vol ornaat de bluswagen uithollen om vervolgens te ontdekken dat er nergens meer rook te bekennen is, laat staan vuur.
Er was olie op de hete uitlaat gelekt, aldus het gesis en gerook eenvoudig verklaard. 
Wij hadden dit misbaksel van een koster uit Haarlem gekocht, met toen nog het naïeve idee dat dat dan wel goed zou zitten. De alarmlichtjes gingen al knipperen bij het wegrijden uit Haarlem, maar ja, het was een koster. Ook het olielampje bleef maar branden en dus mikten wij er meer en meer olie bij, zo veel dus dat het onderweg ging overstromen. Eén bezoekje aan een degelijke garage had deze ellende kunnen voorkomen, maar sommige mensen doen iets langer over de weg naar degelijkheid. Sterker nog, wij dachten evengoed nog wel op vakantie te kunnen met dit Volkswagenbarrel. 
Gelukkig haalden wij net de Kennedy tunnel in België (hoewel we daar bijna niet meer uitkwamen), want echtgenoot had heel verstandig op de valreep nog vervangend vervoer voor campers geregeld bij de ANWB (hoe degelijk wil je worden?), alleen zou die pas in werking gaan buiten Nederland.
Weer beleefden wij een onwerkelijk sprookje toen ons kleine schattige Volkswagenbusje waar onze kinderen met een beetje duwen en proppen met zijn drietjes in het uitschuifbed onder het verhoogde dak konden slapen, werd vervangen door een joekel van een camper met een vast bed, een hoge ijskast (met vriezer!), een hoekkeuken, een mechanisch omhoog en naar beneden te draaien fietsenrek en nog geen 5000 km op de teller. 
Met 130 km/u op de cruisecontrol scheurden wij in onze aso-bak met de kleine campinggids op schoot 4 weken lang door Frankrijk. Weer een mooi verhaal.
Nou stond ik afgelopen maandagochtend in absurde vroegte op om als een zéér verantwoordelijke moeder zoon naar het station te brengen, zodat hij keurig op tijd op zijn stageadres zou zijn, 2 uur treinen verderop.
Helaas, zuid-Frankrijk ten spijt, - 3 graden, moest ik met mijn slaaphoofd verdomme eerst nog mijn autoruiten krabben. Zowel de buiten- áls de binnenkant, met een leeg tic tac doosje, omdat dat het beste was dat ik in mijn auto kon vinden. Met nog een beetje beperkt zicht, de blazer op maximaal, gingen we toch maar vast op weg, er moest tenslotte wel een trein gehaald worden. Al snel was het voorruit helemaal schoon en lekte het smeltwater van het eveneens ontdooiende dak op mijn schoot. 
Dat dak kon ooit elektrisch open worden geschoven tot een sexy cabriootje, maar blies op een verdrietige dag onder ratelend protest zijn laatste adem uit. Met een beetje duwen en trekken kregen we het alsnog dicht, maar sinds wij, doe-het-zelvers, tot 3 maal toe een reparatiepoging hebben gedaan, lekt het dak erger dan ooit.
Om kwart voor 6 in de ochtend, over een pikdonkere kronkelweg, fluitende herrie door de kieren van mijn dak, kouwe klauwen en smeltwater in mijn schoot........ 
En dan verschijnt daar plots vanuit het niets die grote gespierde Adonis langs de weg, met een warme kop koffie speciaal voor mij in zijn grote, sterke handen en een indrukwekkende gereedschapskist..... om mijn dakje mee te kunnen repareren.

Dream on.



Reacties

  1. Je bent nog steeds net iets minder saai dan je leeftijdsgenoten!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat jij in deze ene zin allemaal bedoelt Dani! Helemaal verschrikkelijk. Je moeder doet met de meest kostelijke verhalen een wedloop tegen de saaiheid, die straks blijkbaar onvermijdelijk toe gaat slaan.
      Vrolijk, vrolijk hop sa sa.........de tijd verglijdt.

      Verwijderen

Een reactie posten