neerslag
Het was een slechte nacht, een heel slechte nacht. Uren na middernacht lag ik nog klaarwakker naar het plafond te staren. Om half zes ging de wekker, want het was maandagochtend en zoon moest naar zijn lyceum in Montpellier. Gelukkig ging de eerste bus van het dorp al zo vroeg. Zoon zou de bus nemen, dan het boemeltreintje, aansluitend een directe trein en dan nog de tram om vervolgens, na tien minuten lopen, een uur te laat op school aan te komen. Arm kind. Om zes uur zaten we aan het roerei. Na een stevige knuffel, ik zou hem twee weken niet zien, vertrok hij naar zijn bus en ik weer naar bed. Met een licht schuldgevoel, dat wel. Tien minuten later kwam het eerste sms’je. De bus was er nog steeds niet en hij zou zijn eerste aansluiting missen als het nog lang duurde. "Die bus komt heus wel en het treintje wacht waarschijnlijk," schreef ik hoopvol terug met een vaag opkomend gevoel van paniek. Helaas. Na twintig minuten was er nog steeds geen bus en ging het boemeltje