Een goed gesprek

Met een blik maïs in mijn hand loop ik om de hoek van het huis van mijn buren naar hun kippenhok. Ik mag de kippen een paar dagen eten geven en dat vind ik erg leuk. Als ik bij de ren aankom zie ik ze niet meteen, want het renhek staat op een klein kiertje, zodat ze ook de tuin in kunnen.

‘Waar zijn mijn kippetjes nou?’ roep ik met mijn allerliefste stemmetje, en jawel, daar komt kloek 1 kokkelend aanhollen. Op het moment dat ik met hetzelfde stemmetje aan kloek vraag waar haar maatje is gebleven, komt maatje net haar hok uit gekropen en trippelt kwebbelend richting de maïskorrels die ik op de grond heb gestrooid. Vol verwachting open ik de klep van het hok en tot mijn grote vreugde liggen er twee nog lauwwarme eieren in het stro. 

Ik blijf nog een tijdje bij ze klessebessen en het kippenstel kakelt gezellig terug. Geen misverstanden, geen foute toon, geen verwijten of irritaties. 

Intens tevreden sjok ik weer terug naar huis.

Vanochtend toen ik de hond uitliet was er opeens een heleboel gespetter naast me en vloog er onder driftig gekwaak een vrouwtjeseend uit het slootje. Ze liet twee besluiteloze woerden achter. Voordat ik het wist vroeg ik haar begripvol, terwijl ik in alle openbaarheid op het fietspad liep, of ze die twee even helemaal zat was. Terwijl zij kordaat in de sloot aan de andere kant van het pad plonsde keek ik snel om me heen of niemand me gehoord had. Er zou zomaar de 112  gebeld kunnen worden om melding te maken van een verwarde vrouw die met een eend over moemakende mannetjes aan het praten is. 

Gelukkig had niemand me gehoord.

Ik praat graag met dieren. Met mijn hondje en de poes natuurlijk, maar ook met de ekster of met een torretje. Spinnen vertel ik vooral dat ik liever niet heb dat ze over mijn grote teen heen lopen, tenminste dat schreeuw ik ze dan meestal toe, maar een vlindertje moedig ik juist weer heel liefelijk aan om op mijn vingertop te landen. Een goed gesprek met een beest of beestje doet wonderen. Je hebt zelf volledig in de hand welke kant de conversatie op gaat en ik kan daar erg blij van worden. Compleet krankjorum, zullen veel mensen vinden, maar volkomen onschuldig. 

Denk ik zef.

Gister wees ik, met het vertrouwde hoge babytaal-stemmetje, de clematis erop dat ik liever heb dat ze aan mijn kant van de schutting omhoog klimt en niet bij de buren. Dat ging ook mijn hondje te ver. Nerveus piepend stond ze achter me en als ze ertoe in staat was geweest had ze beslist de crisisdienst gebeld, want met planten praten vindt mijn dier dan weer krankzinnig.

Mochten de hulpdiensten toch ooit een keer met loeiende sirenes bij me langskomen, kan ik misschien maar beter niet vertellen dat ik ook weleens met mijn wasmachine praat …

'Ben jij zo knap rondjes aan het draaien?'


Reacties