Massahysterie

Spinnen doen geen kwaad, zolang je niet naar exotische oorden reist, ze zijn juist heel nuttig en vangen vervelende insecten, allemaal waar. Toch vind ik het enge beesten. Vooral die hele grote, dikke zwart-bruinigen, die zich in zo’n harig trechterholletje schuilhouden, geven me koude rillingen. Het was dan ook geen lolletje om de kapotte kasseien en straatstenen, die ik achteloos in de hoek van het oude terras had gedumpt en waartussen een kleine webbige nederzetting was ontstaan, weg te ruimen. Ik was bezig dit terras opnieuw te bestraten en nu helaas bij deze hoek aangekomen. Eerst puinruimen dus.

De bovenste stenen van de klinkerberg gingen nog wel. Voorzichtig rolde ik ze met één vinger van de stapel om eventuele bewoners eraf te schudden en bovendien alle kanten te kunnen inspecteren voordat ik de steen in mijn hand durfde te nemen en in een van de lege zandzakken kon mikken. Na deze tijdrovende afkalving hadden de achtpotige bergbewoners van de bovenste verdieping zich waarschijnlijk geschrokken naar de begane grond laten vallen, dus toen ik bij de laatste klinkers aankwam, brak voor mij een ware hel los.

Inmiddels niet meer met één vinger, maar met een lange hark op veiliger afstand, rolde ik steen voor steen naar mij toe en holde er bij elke straatkei een zwart paniekerig monster op hoge poten alle kanten op. Volgens mij zijn die beesten ook niet zo erg dol op elkaar, wat de massahysterie des te groter maakte. Mijn eigen aanstellerige kreten van ‘hoeh!’ via ‘whaah!’ naar ‘ííííh!’ zullen de buurt wel vermaakt hebben. Totdat de boel escaleerde.

Het grootste gedrocht van allemaal, met het dikste zwarte lijf, de langste kromme poten en het meest monstrueuze voorkomen dat je ooit hebt gezien, was eerder al in allerijl onder de tuinbank gehold, nadat ik haar harige holletje had vernield, maar daarmee blijkbaar nog niet uit de paniekaanval gekomen. Ze rende er plotseling in volle vaart weer onder vandaan. Ik was op dat moment geconcentreerd met haar soortgenoot in de weer, zag vanuit mijn ooghoek iets bewegen en voelde wat bij mijn voet. Zonder ook maar enige coördinatie liep mijn ergste nachtmerrie onbezonnen over mijn grote teen heen. Toen was de lol voor de buren er ook wel vanaf en zat iedereen tegen het plafond.

Het duurde even voordat ik de moed hervond om verder te gaan met het leggen van het terras op de plek waar ooit een vredig spinnenoord was en toen ik me er eenmaal toe wist te zetten bleef ik op mijn hoede. Met een rubberen hamer ramde ik een voor een de kinderkopjes in het zandbed, terwijl ik onrustig de omgeving in de gaten hield om me ervan te vergewissen dat er achter mijn rug niet een paar chagrijnige terugkeerders aankwamen, en sloeg mijn wijsvinger tot moes.

Het idee dat de hele griezelgemeenschap weer een nieuw plekje heeft gevonden, waarschijnlijk niet ver van huis, begint langzaam uit mijn gedachten te verdwijnen. Sterker nog ik schrijf dit redelijk relaxed, liggend op de tuinbank waar de meesten hun eerste toevlucht onder zochten, vlak naast de voormalige klinkerkolonie op mijn nieuwe terras. Ik heb mezelf nogmaals ingeprent dat die vreselijke monsterwezens geenszins kwaadwillend zijn, maar heel nuttig dus, en best vredelievend. 

In alle redelijkheid natuurlijk.

Zolang ik met mijn poten van hun harige huizen afblijf, zullen zij mijn grote teen niet bestormen.


Reacties

  1. Ha,ha! Erg leuk, ik zag het voor me. Geweldig verhaal. Moeders.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zie het helemaal voor me brrr, manmoedig dat je dit doorgezet hebt, ik zou naar zolder gerend zijn

      Verwijderen

Een reactie posten