Vogelpolders en Noordzeestranden

Toen ze doorkreeg dat die blauw-fluoriserende ring, die in het donker op ons af kwam snellen, om de nek van Harry zat, lag ik opeens languit op het modderige houtsnipperpad. Een half jaar ‘anti-trek-training’ met één Harry naar de knoppen. Deze Australische Herder was dusdanig aantrekkelijk voor mijn overenthousiaste puberpup dat ze even vergat dat er ook nog iemand aan het andere eind van de lijn liep. Zonder pardon werd ik met mijn neus op de bagger gekwakt.

Afgelopen herfst verruilden we de goud geroeste wijnranken van de ‘Haute Vallée de l’Aude’ voor de roestige gouden rietkragen langs de veenplassen van de Lage Landen. Overwinteren in Nederland, een wonderlijke keuze voor iemand die weinig opheeft met donker, grijs en nat. Iemand die december met al zijn feestelijkheden als grootste nachtmerrie van het jaar beschouwt en vervolgens elke keer opnieuw vergeet dat januari ook een ramp is. Noord-Holland heeft op het dieptepunt van de seizoenen een dik uur minder daglicht dan Zuid-Frankrijk. Een wonderlijke keuze.

Een plausibele verklaring zou kunnen zijn dat veel drank in knusse bruine kroegen en het aanschaffen van allerhande onzin bij de vele winkeltjes hier om de hoek enige troost biedt in deze donkere dagen, ware het niet ... De, voor Nederlandse begrippen, minder intelligente 'lockdown' dwong alle soelaas te sluiten. Geen ge-shop, geen gezuip, geen gezelligheid, tenminste … niet buiten de deur. Hopeloos. 

Toch gaat het buitengewoon goed met mijn humeur. De winterdip lijkt dit jaar nauwelijks greep op me te krijgen. Misschien zijn het de Hollandse eendjes die dobberen in het slootje grenzend aan mijn achtertuin en hoopvol naar binnengluren of er nog sneetjes grof volkoren zijn achtergebleven. Of de reiger die in sluippas omzichtig langs datzelfde slootje schrijdt. Misschien is het de biologische grillworst met Zaanse mayonaise, of al die andere vertrouwde producten die bij de Albert Heijn om de hoek te verkrijgen zijn. De geur van zelfgemaakte erwtensoep die mijn huis verwarmt of wellicht de zwarte transportfiets waarop ik triomfantelijk rechtop naar de visboer fiets.

Drie keer per dag lopen we met Phoebe in weer en wind langs de Amstel of over de bruggetjes van de diverse polderslootjes naar het meer. In de weides van het aangrenzende natuurgebied grazen koeien en bij het fort aan de Drecht lopen drie schapen waar ik vaak een praatje mee maak. Soms gaan we naar zee of naar het bos. Het is niet de ongetemde natuur die we gewend waren, geen bergen of valleien, geen vossenpaadjes of adders die onverwachts het pad kunnen kruisen, maar ik doe het ermee. Voorlopig geniet ik van typisch Hollandse vogelpolders en Noordzeestranden.

Ons puberpupje moest wel even wennen aan de overweldigende hoeveelheid medesoortgenoten die we op ons pad tegenkwamen. Met de staart tussen de benen en grote omwegen moesten we elke keffende viervoeter voorbij zien te komen. Van schrik werd ze ook nog loops en trok ongewild extra veel aandacht. Inmiddels is de angst omgeslagen in wild enthousiasme. Elke Harry die we tegenkomen kan rekenen op een schuddende kont met zwiepende staart en speelse achtervolgingen. Gelukkig hoeft ze op veel paden niet meer aan de lijn.

Vandaag is de zon doorgebroken. Een dun laagje ijs ligt op het water, rijp bedekt de omgeving met een frisse, krakend witte vacht. Dankzij een thermo-maillot onder mijn broek, gevoerde laarsjes aan mijn dik besokte voeten, beenwarmers, drie truien, gewatteerde jas, muts, sjaal en warme wantjes, wordt alleen mijn neus ijzig rood. In mijn fietskrat ligt een zakje met drie 'Hollandse nieuwe,' uitjes, zuur en een bak warme kibbeling te geuren. 

Triomfantelijk rechtop fiets ik met een noodgang terug naar mijn warme huisje, alwaar we er een lekker wit Languedoc-wijntje bij inschenken. Geen goede voornemens dit jaar, het is helemaal goed zo.


Reacties