succes met de verhuizing
Op weg naar de brievenbus kwam ik een dorpsgenote tegen. Nog voordat ik mijn mond open deed, zette zij reeds haar kleuterjufgezicht op en toen ik inderdaad een beetje naar woorden moest zoeken om haar beleefde interesse naar mijn kinderen te beantwoorden, knikte ze mij met een moederlijk geduldige glimlach, aanmoedigend toe. Ze zei nog net geen “koetchie koetchie” of aaide over mijn wangetjes. Gedesillusioneerd liep ik weer naar huis. Ik had er helemaal op gerekend dat ik na tien jaar Frankrijk accentloos met de autochtonen mee zou ratelen, schouderophalend ‘bof’ zou mompelen en meelevend ‘mince.’ Bij het afscheid zou ik zelfverzekerd mijn hand opsteken en vlot ‘allez ciao!’ roepen. Tijdens een partijtje 'pétanque' zou ik druk meeconverseren en geen enkele twijfel hebben dat mijn verhaal begrepen zou worden en zelfs interessant gevonden. In plaats daarvan zie ik regelmatig gespreksgenoten vaag voor zich uit staren, allervriendelijkst knikken en verward verder lopen. Vorig